Extra informatie.
Een aantal onderwerpen die je ter sprake kunt laten komen zijn:
- Sneeuw
- Vorst
- IJs
- Schaatsen
- Sneeuwpoppen maken
- Koud – warm
- Glad – glijden
- Veilig – onveilig
Hieronder staat iets meer informatie over een aantal punten. Verder kunt u ook veel vinden in boeken en via internet.
Hoe ontstaat sneeuw?
Bevroren regen
Sneeuw is eigenlijk bevroren regen. Wanneer de temperatuur plotseling onder het vriespunt daalt, veranderen de piepkleine waterdruppels van de wolken in hele fijne ijsnaaldjes.
Vallen
Op weg naar beneden blijven deze naaldjes kleven aan stofdeeltjes (zandkorrels, rook- of asdeeltjes) die in de lucht zweven. Hierdoor vormen zich kristallen, sneeuwsterren. Deze sterren kunnen allerlei vormen hebben, maar ze zijn altijd zespuntig. Wanneer het waait, klitten de sneeuwsterren, op hun weg naar de aarde, samen en vormen een vlok.
Vlok
Zo'n vlok bestaat uit wat ijs en heel veel lucht tussen de ijsnaaldjes. Net als een kussen vol veren met lucht ertussen. Sneeuwvlokken zijn allemaal verschillend: sommige zijn klein, andere zijn weer groot. Wanneer het windstil is, dwarrelen ze één voor één naar beneden. Maar wanneer het niet koud genoeg is, valt er natte sneeuw uit de lucht. Papsneeuw :-(
bron: https://willemwever.kro-ncrv.nl/vraag_antwoord/de-aarde/hoe-ontstaat-sneeuw
Wat is vorst?
Vorst is een weersverschijnsel waardoor het water bevriest. Vorst komt alleen voor als de tempraturen tegen de nul of onder de nul zitten. We noemen het ook wel vriezen.
Wat is ijs?
Ijs is bevroren water/vloeistof. Je ziet het vaak in het dagelijks leven. Denk aan ijsblokjes in je drinken of waterijsjes om op te smikkelen in de zomer. Ook kunnen natuurwateren bevriezen. Dit gebeurd sneller bij stilstaand water dan stromens water. Ijs is hard. Je kunt dus als het ijs dik genoeg is ook op/over het ijs lopen of schaatsen. Ijs is erg glad.
Schaatsen:
Mensen kunnen zich voortbewegen over het ijs. Dit doen ze meestal op schaatsen. Dit zijn een soort schoenen met ijzers eronder. Je hebt verschillende soorten schaatsen.

Wat is warm en wat is koud?
Je kunt met de kinderen bespreken wat nou eigenlijk warm en koud is. Als je het warm hebt wordt je meestal een beetje rood en ga je zweten. Als je het koud hebt kun je gaan rillen, krijg je soms kippenvel en kleur je lichtelijk blauw. Wat zijn de kenmerken en hoe voelt dit? Bespreek dit klassikaal of doormiddel van een werkblad. Het werkblad die bij de activiteiten staat geeft warme en koude dingen/spullen aan. Maar er zijn natuurlijk nog veel meer dingen. Denk hierbij ook aan natuurverschijnselen.
Zon = warm
Regen = koud
Sneeuw = koud
Met een tempratuurmeter kun je zien hoe warm of hoe koud het is.
Veilig - onveilig.
Bespreek met de kinderen wat veilig is in de winter en wat onveilig is. Hard fietsen kan bijvoorbeeld heel gevaarlijk zijn als het koud is. Dit komt door de vorst of sneeuw die op dat moment aanwezig is. Ook schaatsen en slee rijden neemt risico's met zich mee. Kijk altijd goed om je heen voordat je ergens heen gaat schaatsen of sleeën. Deze situaties kun je bespreken met kinderen door middel van casussen
Maak jouw eigen website met JouwWeb